Kamervragen premieheffing van Rijnvarenden

De staatssecretaris van Financiën heeft Kamervragen over arresten van de Hoge Raad over de premieplicht van Rijnvarenden beantwoord. De arresten hebben betrekking op Rijnvarenden die in dienst zijn bij een in Luxemburg gevestigde werkgever en die op grond van de Rijnvarendenovereenkomst sociaal verzekerd zijn in Nederland. De werkgever heeft niet de Nederlandse maar de Luxemburgse premies volksverzekeringen op het loon ingehouden.

De Hoge Raad heeft de Nederlandse premieplicht van de Rijnvarenden en de bevoegdheid van de Belastingdienst om premies volksverzekeringen te heffen bevestigd. Er is geen rechtsgrond om bij de heffing rekening te houden met de onverschuldigd betaalde premies in Luxemburg. De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de staatssecretaris achten het onwenselijk dat Luxemburg niet meewerkt aan het terugvorderen van onverschuldigd betaalde Luxemburgse premies. De staatssecretaris heeft toegezegd dat tot nader bericht bij de Rijnvarenden in kwestie geen invorderingsmaatregelen worden getroffen voor de premies.

Nederland wil de praktijk van premieshoppen zoveel mogelijk beëindigen en onjuiste inhoudingen voorkomen. Met Luxemburg wordt overleg gevoerd over betere en snellere gegevensuitwisseling. De staatssecretaris zal dit onderwerp agenderen in de Rijnvaartcommissie tijdens het Nederlandse voorzitterschap van deze commissie in 2021.

Bron: Ministerie van Financiën | publicatie | 2020-0000155517 | 26-08-2020

Reacties (0)

Plaats een reactie